Nieuwsbrief mei 2018
Het vernieuwde erfrecht (deel II)
In de vorige nieuwsbrief werden een aantal aspecten van het vernieuwde erfrecht reeds besproken. U kunt deze nieuwsbrief hier lezen.
Hiernavolgend worden de regeling van de erfovereenkomsten en het overgangsrecht nader besproken.
- Regeling inzake erfovereenkomsten
Principieel bestaat er een verbod om een overeenkomst af te sluiten over nog niet opengevallen nalatenschappen (zgn. erfovereenkomsten). Niettemin bestaan er wettelijke uitzonderingen hierop, zoals de contractuele erfstelling en de ouderlijke boedelverdeling.
Dit principieel verbod blijft ook in het nieuwe erfrecht gehandhaafd. In eerste orde worden bepaalde erfovereenkomsten op algemene wijze verboden of toegelaten. In een tweede stap worden bepaalde punctuele erfovereenkomsten toegelaten. Tot slot wordt de mogelijkheid geboden om een globale erfovereenkomst te sluiten in welbepaalde gevallen.
1°) Algemene regel
Overeenkomsten over de nalatenschap van een derde zijn in algemene zin verboden, tenzij de wet het toelaat. Het is irrelevant of dergelijke overeenkomsten onder bezwarende titel of onder kosteloze titel zijn gesloten.
Overeenkomsten over de eigen nalatenschap zijn toegelaten, indien deze onder bezwarende titel en onder bijzondere titel zijn gesloten, tenzij de wet het verbiedt. Onder bijzondere titel wordt verstaan dat de erfovereenkomst een welbepaald goed als voorwerp moet hebben. Overeenkomsten die kosteloos zijn of een algemeenheid of een (evenredig) deel van de goederen betreffen, blijven verboden.
2°) Punctuele erfovereenkomsten
Tevens voorziet de wet in een aantal bijkomende punctuele erfovereenkomsten. Deze staan her en der verspreid in de nieuwe regeling.
Een eerste voorbeeld betreft een erfovereenkomst inzake de inbreng met generatiesprong. Deze kan betrekking hebben op een schenking van een grootouder aan een kleinkind. Mits toestemming van alle partijen (grootouder, ouder en kleinkind) kunnen zij overeenkomen dat deze schenking wordt aangerekend op het erfdeel van de ouder.
Een tweede voorbeeld betreft de intrinsieke waarde van de schenking (zie nieuwsbrief april 2018). Wanneer de schenker en de begiftigde de intrinsieke waarde hebben vastgesteld, kan elke andere erfgenaam deze waarde aanvaarden hetzij in de schenkingsakte zelf, hetzij in een latere overeenkomst gesloten met de schenker en de begiftigde. Deze waarde is bindend voor de betrokken erfgenaam.
3°) Globale erfovereenkomst
Tot slot biedt de nieuwe wet de mogelijkheid om een globale erfovereenkomst af te sluiten. De term is enigszins misleidend, aangezien een dergelijke overeenkomst enkel tussen een ouder en zijn kinderen kan worden afgesloten en enkel schenkingen en voordelen tot voorwerp kan hebben. Globale erfovereenkomsten tussen broers en zussen zijn bijgevolg uitgesloten.
Een ouder kan met al zijn vermoedelijke (klein)kinderen een globale erfovereenkomst afsluiten. De erfovereenkomst kan ook uitgaan van de ouders gezamenlijk. Het doel is om tot een gedragen (en niet per se een mathematisch) evenwicht tussen alle kinderen te komen, rekening houdende zowel met schenkingen in het verleden als met schenkingen toegekend in de overeenkomst zelf. Bovendien kunnen partijen in de erfovereenkomst vastleggen dat bepaalde voordelen (bv. kosteloze huisvesting in het ouderlijke huis) worden gelijkgesteld met een schenking.
Wanneer echter één van de kinderen niet betrokken is, zal de overeenkomst nietig zijn. Nadien geboren kinderen tast de geldigheid van een dergelijke overeenkomst wel niet aan. Enkel zal deze overeenkomst geen uitwerking hebben ten aanzien van hen. Daarentegen blijven de kleinkinderen gebonden door de erfovereenkomst wanneer zij in de plaats komen van hun vooroverleden ouder die de erfovereenkomst destijds heeft aanvaard.
Het gevolg van een dergelijke erfovereenkomst is dat de kinderen bij het overlijden van de ouder(s) niet meer de inbreng of inkorting kunnen vragen van de schenkingen of voordelen die in de overeenkomst vermeld worden. Evenmin kan een kind zich nadoen beroepen op benadeling. Niettemin blijft een kind de mogelijkheid hebben om de nalatenschap te verwerpen. De ondertekening van een erfovereenkomst is immers geen aanvaarding van een toekomstige nalatenschap.
4°) Procedure
Voor alle erfovereenkomsten wordt in een bijzondere procedure voorzien. De bedoeling is dat alle partijen met kennis van zaken en met de nodige reflectietermijn een erfovereenkomst kunnen afsluiten.
- Vooreerst moet elke erfovereenkomst in een notariële akte worden opgenomen;
- de notaris moet het ontwerp van de overeenkomst aan elke partij meedelen, waarbij hij tegelijk een vergadering vastlegt waarop de inhoud van de overeenkomst en de gevolgen ervan worden toegelicht. Hij informeert tevens elke partij over de mogelijkheid een aparte raadsman te kiezen of een individueel onderhoud met hem te hebben. Tijdens de gezamenlijke vergadering wijst de notaris nogmaals op die mogelijkheid;
- de gezamenlijke vergadering kan pas gehouden worden na verloop van vijftien dagen vanaf de mededeling van het ontwerp van de overeenkomst. Van deze termijn kan niet afgeweken worden;
- elke partij kan beroep doen op een andere notaris, die haar kan bijstaan bij het verlijden van de akte;
- de overeenkomst zelf kan pas ondertekend worden na het verstrijken van een termijn van één maand vanaf de dag van de gezamenlijke vergadering. Van deze termijn kan evenmin afgeweken worden;
- de datum van verzending van het ontwerp en de datum van de gezamenlijke vergadering moeten in de overeenkomst vermeld worden.
Voormelde voorwaarden dienen strikt nageleefd te worden. De sanctie bij niet-naleving ervan is de absolute nietigheid. Dit wil ook zeggen dat derden (zoals de fiscus) de nietigheid kunnen opwerpen of dat de rechter in een lopende gerechtelijke procedure ambtshalve de nietigheid moet uitspreken.
Alle erfovereenkomsten moeten voortaan worden ingeschreven in het centraal register van testamenten. Partijen kunnen steeds dit register raadplegen. De inschrijving is echter geen op straffe van nietigheid voorgeschreven verplichting.
- Inwerkingtreding
Het vernieuwde erfrecht treedt in werking per 1 september 2018. Een nalatenschap die openvalt vanaf deze datum, wordt beheerst door de nieuwe wet. Oudere nalatenschappen vallen bijgevolg onder de oude wet.
Giften die zijn gebeurd vóór 1 september 2018, kunnen bijgevolg onder de nieuwe wet vallen indien de schenker overleed vanaf deze datum. Dergelijke schenkingen blijven evenwel voor bepaalde aspecten onderworpen aan de oude wet (bv. m.b.t. hun rechtsgeldigheid of kwalificatie).
Gezien de nieuwe wet reeds gemaakte vermogensplanningen kan frustreren, bepaalt de wet dat een schenker een verklaring kan afleggen voor de notaris waarin hij wenst dat de vroegere bepalingen van toepassing blijven op alle schenkingen die hij heeft gedaan vóór 1 september 2018.
Een dergelijke verklaring van behoud moet noodzakelijkerwijze slaan op alle schenkingen gedaan tot en met 31 augustus 2018. De schenker kan niet kiezen om bepaalde oude schenkingen onder de oude wet en andere oude schenkingen onder de nieuwe wet te laten vallen. Bovendien slaat de verklaring van behoud ook nog op toekomstige schenkingen (na datum van verklaring van behoud), maar die plaatsvinden vóór 31 augustus 2018.
In dergelijk geval worden niet alle bepalingen van het oude erfrecht van toepassing verklaard. Enkel de oude bepalingen m.b.t. de wijze van inbreng van schenkingen en deze m.b.t. de wijze van inkorting zullen deze schenkingen nog verder beheersen.
Een dergelijke verklaring moet bovendien uiterlijk op 31 augustus 2018 voor de notaris worden afgelegd om rechtsgeldig te zijn.
Voor verdere vragen inzake erfrecht kunt u steeds ons kantoor contacteren.
(De nieuwsbrieven van KONSILIO Advocaten zijn louter informatief en ten behoeve van het cliënteel. De inhoud ervan kan niet worden beschouwd als een volwaardig juridisch advies. Voor concrete vragen of informatie aangepast aan een persoonlijke situatie kunt u uiteraard ons kantoor bereiken.
Er wordt getracht om de informatie in de nieuwsbrieven zo actueel en volledig mogelijk te verstrekken. De informatie hierin kan echter achterhaald zijn door recente wijzigingen. KONSILIO Advocaten kan op generlei wijze aansprakelijk gesteld worden voor de juridische volledigheid van zijn nieuwsbrieven.)