Nieuwsbrief maart 2017
De fiscaliteit van voordelen van alle aard
Naast hun eigenlijke loon kunnen werknemers en bedrijfsleiders genieten van bepaalde voordelen toegekend door de werkgever of de onderneming . Dergelijke voordelen worden voordelen van alle aard genoemd en vormen veelal het voorwerp van discussie met de fiscus.
Voordelen van alle aard kunnen op twee manieren worden gewaardeerd. Vooreerst kan een voordeel van alle aard gewaardeerd worden op de werkelijke waarde ervan. De werkelijke waarde stemt overeen met het bedrag dat de werknemer in normale omstandigheden werkelijk moet betalen om hetzelfde voordeel te bekomen. Het voordeel van alle aard wordt dan belast op het bedrag van deze werkelijke waarde.
Een tweede methode betreft de forfaitaire methode of het gebruik van een specifieke formule om tot een dergelijke waardering te komen. De voordelen worden dan forfaitair belast, ongeacht de werkelijke waarde van het voordeel.
Hieronder overlopen wij de belangrijkste voordelen van alle aard met hun forfaitaire waarderingsmethode. De bedragen die vermeld worden, gelden voor het aanslagjaar 2017, inkomstenjaar 2016.
- Renteloze en goedkope leningen
Een eerste categorie van voordelen van alle aard is de renteloze lening en de goedkope lening. Veelal komt het voor dat de onderneming een lening zonder rente of aan een lagere rentevoet aan de bedrijfsleider toekent via de rekening-courant. Het belastbaar voordeel is het verschil tussen de referentievoet en de rentevoet die de ontlener moet betalen.
De referentievoet is afhankelijk van het type lening:
- de niet-hypothecaire lening zonder vaste looptijd: 9,27%;
- de niet-hypothecaire lening met vaste looptijd: maandelijkse lastenpercentage van 0,6% voor autoleningen, maandelijkse lastenpercentage van 0,13% voor andere leningen;
- hypothecaire leningen: 1,65% voor leningen gewaarborgd door een gemengde levensverzekering, 1,78% voor andere leningen.
- Gratis terbeschikkingstelling van (een gedeelte van) onroerende goederen
Wanneer een werkgever aan zijn werknemer kosteloos een onroerend goed of een gedeelte van een onroerend goed ter beschikking, vormt dit eveneens een voordeel van alle aard. Voor dit voordeel wordt een onderscheid gemaakt naargelang een goed ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijk persoon dan wel door een rechtspersoon.
Het voordeel door de terbeschikkingstelling door een natuurlijk persoon wordt fiscaal belast op grond van de volgende formule:
- bij een gebouwd onroerend goed: 100/60 van het geïndexeerd KI van het onroerend goed of het gedeelte ervan;
- bij een ongebouwd onroerend goed: 100/90 van het geïndexeerd KI van het onroerend goed of het gedeelte ervan.
Het voordeel door de terbeschikkingstelling door een rechtspersoon wordt daarentegen fiscaal belast als volgt:
- het (niet-geïndexeerd) KI is kleiner of gelijk aan 745,00 EUR: 100/60 van het (geïndexeerd) KI x 1,25;
- het (niet-geïndexeerd) KI is groter dan 745,00 EUR: 100/90 van het (geïndexeerd) KI x 3,8.
Wanneer het onroerend goed of het gedeelte ervan gemeubileerd is, moeten de hierboven berekende waarderingen verhoogd worden met 5/3.
Recent is het onderscheid in de terbeschikkingstelling door een natuurlijk persoon dan wel door een rechtspersoon in opspraak genomen. Zowel het hof van beroep te Gent (arrest van 24 mei 2016) als het hof van beroep te Antwerpen (arrest van 24 januari 2017) oordeelden dat een dergelijk verschil in behandeling een schending van het gelijkheidsbeginsel uitmaakt. Het gelijkheidsbeginsel leidt ertoe dat alle belastingplichtigen die zich in een gelijke toestand bevinden op dezelfde wijze moeten worden belast. Een verschillende behandeling is toch aanvaardbaar, indien ze objectief en redelijk verantwoordbaar is in het licht van de doel van de belasting. Beide hoven van beroep oordeelden dat er voor dit onderscheid geen wettelijke verantwoording werd gegeven.
Het gevolg van deze rechtspraak is dat de waarde van het voordeel van de terbeschikkingstelling door een rechtspersoon voortaan kan worden aangevochten. De belastingplichtige kan zich beroepen op de voor hem voordelige formule, namelijk deze van het voordeel toegekend door een natuurlijk persoon.
- Kosteloze verstrekking van verwarming en van elektriciteit gebruikt voor andere doeleinden dan verwarming
Het voordeel van de kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit wordt verschillend geraamd naargelang het gaat om directiepersoneel of bedrijfsleiders enerzijds en andere verkrijgers anderzijds.
Bij directiepersoneel en bedrijfsleiders bedragen deze voordelen per jaar 1.910,00 EUR voor verwarming en 950,00 EUR voor elektriciteit voor andere doeleinden dan verwarming.
Bij andere verkrijgers bedragen deze voordelen per jaar 950,00 EUR voor verwarming en 860,00 EUR voor elektriciteit voor andere doeleinden dan verwarming.
- Persoonlijk gebruik van een firmawagen
Eén van de meest voorkomende voordelen van alle aard is het gebruik van een firmawagen voor privédoeleinden. Voor de waardering wordt gebruik gemaakt van de volgende formule: cataloguswaarde x ouderdomspercentage x 6/7 x CO2-percentage.
De cataloguswaarde is de prijs van het voertuig in nieuwe staat bij de verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde belasting over de toegevoegde waarde, maar exclusief kortingen en verminderingen.
Gezien een voertuig ook ouder wordt, maakt men toepassing van een ouderdomspercentage. Elk jaar wordt 6% van de cataloguswaarde in mindering gebracht. Vanaf het tweede jaar (berekend vanaf de eerste inschrijving van het voertuig) wordt bijgevolg 94% van de cataloguswaarde in rekening gebracht, het derde jaar 88%, enz. Het percentage kan echter nooit onder de 70% van de cataloguswaarde dalen (vanaf het zesde jaar).
Het CO2-basispercentage bedraagt 5,5%
- voor een referentie-CO2-uitstoot van 107 g/km voor voertuigen met een benzine-, lpg- of aardgasmotor;
- voor een referentie-CO2-uitstoot van 89 g/km voor voertuigen met een dieselmotor.
Het CO2-basispercentage wordt vermeerderd of verminderd met 0,1% per CO2-gram, wanneer de uitstoot van het betrokken voertuig hoger of lager is dan deze referentie-CO2-uitstoot (met een maximum van 18% en een minimum van 4%).
- Persoonlijk gebruik van een kosteloze telefoon of gsm, computer of internetverbinding
Tot slot vormt het gratis gebruik voor privédoeleinden van een telefoon of gsm, computer of internetverbinding een voordeel van alle aard.
De waarde van deze voordelen wordt op jaarbasis als volgt geraamd:
- gsm of telefoon: 150,00 EUR;
- computer (incl. randapparatuur): 180,00 EUR;
- internetverbinding en -abonnement: 60 EUR.
Voor vragen omtrent fiscaliteit kunt u steeds ons kantoor contacteren.
(De nieuwsbrieven van KONSILIO Advocaten zijn louter informatief en ten behoeve van het cliënteel. De inhoud ervan kan niet worden beschouwd als een volwaardig juridisch advies. Voor concrete vragen of informatie aangepast aan een persoonlijke situatie kunt u uiteraard ons kantoor bereiken.
Er wordt getracht om de informatie in de nieuwsbrieven zo actueel en volledig mogelijk te verstrekken. De informatie hierin kan echter achterhaald zijn door recente wijzigingen. KONSILIO Advocaten kan op generlei wijze aansprakelijk gesteld worden voor de juridische volledigheid van zijn nieuwsbrieven.)