T: 015 55 68 90

Nieuwsbrief december 2016

Uw rechten bij een arbeidsongeval

 

Dat het aantal arbeidsongevallen niet gering is, is een understatement. Voor 2015 werden er 157.242 arbeidsongevallen geregistreerd. Dit cijfer heeft enkel betrekking op de effectief aangegeven arbeidsongevallen. In realiteit is het aantal veel hoger.

Elke werkgever moet zich verplicht verzekeren voor arbeidsongevallen. De vergoedingen voor arbeidsongevallen zijn immers wettelijk geregeld en het slachtoffer is steeds gerechtigd hierop. Hierbij is het irrelevant wie er effectief verantwoordelijk was voor het arbeidsongeval.

 

- Vergoedingen voor een arbeidsongeval

Een slachtoffer van een arbeidsongeval kan aanspraak maken op verschillende vergoedingen.

Vooreerst is de arbeidsongevallenverzekeraar gehouden tot terugbetaling van de medische kosten ingevolge het arbeidsongeval, de verplaatsingen om medische redenen en de kosten van prothesen.

Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen de periode van “tijdelijke” en “blijvende” arbeidsongeschiktheid. Deze periodes worden van elkaar onderscheiden door de “consolidatiedatum”. Dit is de datum waarop aangenomen wordt dat de letsels van het slachtoffer niet meer verergeren of verbeteren.

De vergoeding voor de tijdelijke arbeidsongeschiktheid bedraagt 90% van het basisloon. Het basisloon is het inkomen van het slachtoffer van één jaar voorafgaand aan het arbeidsongeval.

De vergoeding voor de blijvende arbeidsongeschiktheid is daarentegen afhankelijk van het percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid. Het jaarloon van het slachtoffer zal vermenigvuldigd worden met dit percentage.

Bv. Een slachtoffer heeft een jaarloon van 35.000 EUR en heeft 12% blijvende arbeidsongeschiktheid. Jaarlijks heeft hij recht op een vergoeding van 4.200 EUR (= 35.000 EUR x 12%).

Bij minder ernstige arbeidsongevallen (tot 9% blijvende arbeidsongeschiktheid) wordt de vergoeding bovendien wettelijk beperkt. Bij arbeidsongevallen tot en met 4% wordt slechts de helft uitbetaald. Bij arbeidsongevallen tussen 5% en 9% wordt de vergoeding beperkt tot 75%.

Bv. Een slachtoffer heeft een jaarloon van 35.000 EUR en heeft 4% blijvende arbeidsongeschiktheid. Jaarlijks heeft hij recht op een vergoeding van 700 EUR (= 35.000 EUR x 4% / 2).

Bv. Een slachtoffer heeft een jaarloon van 35.000 EUR en heeft 6% blijvende arbeidsongeschiktheid. Jaarlijks heeft hij recht op een vergoeding van 1.575 EUR (= 35.000 EUR x 6% x 75%).

In elk geval gelden er een minimum- en maximumplafonds voor de vergoedingen voor de tijdelijke en blijvende arbeidsongeschiktheid. Voor arbeidsongevallen vanaf 2016 bedroegen deze respectievelijk 6.439,20 EUR en 41.442,43 EUR (in de private sector).

 

- Samenloop arbeidsongeval – gemeen recht

Soms vergeten slachtoffers dat zij, naast de wettelijke arbeidsongevallenuitkering, gerechtigd zijn op een ander vergoedingssysteem. Dit is veelal het geval bij arbeidswegongevallen (ongevallen van en naar het werk).

Deze bijkomende vergoeding “in gemeen recht” wordt volledig anders berekend, waarbij toepassing wordt gemaakt van de zogenaamde Indicatieve Tabel. De samenloop van beide vergoedingssystemen geeft het slachtoffer het recht om, bovenop de vergoeding voor arbeidsongeschiktheid, ook een vergoeding voor o.a. persoonlijke en huishoudelijke ongeschiktheid te vorderen.

Het slachtoffer van een arbeidsongeval kan zich echter niet automatisch keren tegen de werkgever die een (ernstige) fout zou begaan. In het kader van de sociale vrede heeft de wetgever het opportuun geacht om de werkgever te beschermen (de zogenaamde burgerlijke immuniteit). Enkel in zeer uitzonderlijke gevallen kan de burgerlijke immuniteit doorbroken worden.

Zeer recent heeft het Grondwettelijk Hof een belangrijk arrest geveld omtrent dit principe. Eén van de uitzonderlijke gevallen waarin de immuniteit van de werkgever kan worden doorbroken, betreft de situatie waarin de werkgever door de sociale inspectie in gebreke werd gesteld inzake overtredingen van de welzijnswetgeving. In een dergelijke ingebrekestelling moet de sociale inspectie de werkgever (zie art. 46 Wet Arbeidsongevallen):

  • wijzen op het gevaar waaraan de werkgever de werknemers blootstelt;
  • meedelen welke overtredingen die werden vastgesteld;
  • passende maatregelen voorschrijven;
  • meedelen dat, indien de werkgever nalaat de passende maatregelen te treffen, het slachtoffer over de mogelijkheid beschikt een burgerlijke aansprakelijkheidsvordering in te stellen.

Het is de laatste voorwaarde dat het Grondwettelijk Hof in zijn arrest van 24 november 2016 als te formalistisch heeft beschouwd. Daarnaast brengt deze voorwaarde het risico mee de aansprakelijkheidsvordering van het slachtoffer van een arbeidsongeval afhankelijk te maken van de beslissing of zelfs de vergetelheid van de toezichthoudende ambtenaar om in de ingebrekestelling expliciet die vermelding op te nemen.

Deze laatste voorwaarde wordt door het Grondwettelijk Hof in voormeld arrest vernietigd. Inmiddels werd de wet in die zin aangepast, waarbij de laatste voorwaarde opgeheven werd.

Voor vragen omtrent arbeidsongevallen kunt u steeds ons kantoor contacteren.

 

(De nieuwsbrieven van KONSILIO Advocaten zijn louter informatief en ten behoeve van het cliënteel. De inhoud ervan kan niet worden beschouwd als een volwaardig juridisch advies. Voor concrete vragen of informatie aangepast aan een persoonlijke situatie kunt u uiteraard ons kantoor bereiken.
Er wordt getracht om de informatie in de nieuwsbrieven zo actueel en volledig mogelijk te verstrekken. De informatie hierin kan echter achterhaald zijn door recente wijzigingen. KONSILIO Advocaten kan op generlei wijze aansprakelijk gesteld worden voor de juridische volledigheid van zijn nieuwsbrieven.)

Laatste Nieuws